zondag 29 april 2012

Toespraak Conny Leijten tijdens de opening Expositie Struikelstenen 27 april 2012


Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is. 

Tussen 225. 000 en 250. 000 Nederlanders zijn 
in Tweede Wereldoorlog omgebracht. Meer dan 100.000 Nederlandse joden en 7000 niet joodse Nederlanders zijn in concentratiekampen vermoord.

Primo Levi bracht zijn 1e dag in Auschwitz in zijn boek ‘Is dit een mens’ als volgt onder woorden:
Toen hebben we voor het eerst begrepen dat onze taal geen woorden heeft voor die misdaad, het vernietigen van een mens.
In één ogenblik, met een haast profetische helderziendheid, heeft de werkelijkheid zich aan ons geopenbaard: we liggen op de bodem. Lager dan zo kun je niet zinken: een ellendiger staat dan deze is er niet, kan er voor een mens ook niet zijn. Niets behoort ons meer toe: ze hebben ons onze kleren, onze schoenen, ons haar ontnomen; als we iets zeggen wordt er niet geluisterd, en als er geluisterd zou worden, zou men ons niet begrijpen.
Ook onze naam zullen ze ons afnemen: en als we die willen behouden, zullen we de kracht daartoe in onszelf moeten vinden; de kracht om met onze naam nog iets van onszelf, van degenen die wij waren, in leven te houden’

Een mens is pas vergeten als zijn naam vergeten is.
Dit is het motto van het Project Stolpersteine, een kunstproject waarmee gedeporteerde en vermoorde onschuldige burgers uit WO II hun naam terug krijgen. 
Expositie van dinsdag 24 april tot en met
zaterdag 16 juni 2012 in Bibliotheek Oss 
 
En daar gaat deze tentoonstelling over. Ik kwam dit project drie jaar geleden tegen in een krantenartikeltje. Indrukwekkend, slachtoffers hun naam terug geven, en als voorbijganger moeten buigen voor hun naam.

Ik ben Conny Leijten, lid van de 1e werkgroep Struikelstenen in Oss en schrijfster van levensverhalen.
Drie jaar geleden was ik druk met het boek over de straat waarin ik woon, de Dr. Hermanslaan, gewoon een bijzondere straat in Oss.
Onze straat bestond 90 jaar en ik interviewde ruim 25 mensen over het wonen in deze straat, vroeger en nu.


Boek dr. Hermanslaan. Geef u op voor de herdruk 
Ik sprak mensen die als kind in de jaren 20 en 30 in onze straat of buurt hadden gewoond, en steeds weer kwam het beeld naar boven van een aardig rustig straatje met een gemoedelijke dorpssfeer.
Een straatje waar veel kader, veel import woonde. Er waren verschillen tussen mensen, maar die stoorden niet. Bewoners die katholiek of hervormd of gereformeerd, joods of zelfs ‘niks’ waren.
Onze straat telt 23 woningen en daar woonden voor de oorlog 40 joodse mensen. Dat was 11% van de in totaal 364 joodse mensen die toen in Oss woonden. Hiervan zijn er in de Tweede Wereldoorlog 252 gedeporteerd, en slechts 6 teruggekomen.
Dus 246 slachtoffers. In het boekje van Guus Hes, ‘Opdat zij niet vergeten worden’ vond ik hun namen en ik schrok me rot. Uit ons straatje zijn in de oorlog 32 mensen opgepakt en vermoord, uit dat kleine straatje met 23 woningen. Er waren hele gezinnen bij met peuters, kleuters, schoolgaande kinderen. De jongste was Irma Andriesse, 1 jaar, en de oudste was Sibilla vd Giessen van 84.
Opgepakt omdat ze als groep waren gediskwalificeerd, geïsoleerd en geëlimineerd. Het nazisme had zijn zondebok gevonden.


De 246 namen worden genoemd in een filmpje
Ik ben op zoek gegaan naar gegevens over deze mensen. Dat was niet eenvoudig, van veel mensen is geen spoor meer te vinden. Het Rode Kruis kon me helpen aan data; geboren, gedeporteerd en vermoord. En soms nog een paar andere gegevens uit hun leven.
En toen ons boek een groot succes bleek, we hielden er namelijk wat geld aan over, was een bestemming gemakkelijk gevonden. Startkapitaal voor de oprichting van een monument voor onze vermoorde buurtbewoners; we sloten aan bij het project Stolpersteine, wij noemen het Struikelstenen van Gunther Demnig. Bewoners of vroeg ere bewoners van Goudmijnstraat en Spoorlaan haakten aan. We kregen contact met nabestaanden, buren van toen, schoolkameraadjes en noteerden hun herinneringen en zo ontstond er langzaam meer beeld van deze vermoorde buurtgenoten.
Er 
meldden zich sponsoren die letterlijk een steentje wilden bijdragen. We kregen telefoontjes als “ik wil betalen voor onze buurman van toen, ik betaal de struikelsteen voor de jongste zoon van nummer 7, daar was ik mee bevriend; ik betaal voor mijn tante, ik voor mijn oom, voor mijn grootvader, ik betaal voor degene die toen woonde in het huis waarin ik nu woon. De mensen van nu verbonden zich met de mensen van toen, de geschiedenis werd doorgegeven.


Op 23 juli 2011 legde Gunther Demnig de 56 stenen; 32 in de Dr. Hermanslaan, 20 in de Spoorlaan en 4 in de Goudmijnstraat.


Conny leidt na haar toespraak een groep rond met
 o.a. de Osse burgemeester  Wobine Buijs-Glaudemans
We vroegen aandacht van de openbare bibliotheek Maasland om nog iets te doen met alles wat we hadden verzameld en werden met open armen ontvangen.
Het resultaat ziet u hier. Er is de afgelopen maand kei en keihard gewerkt door tal van medewerkers van de bieb om deze expositie te realiseren, en we waren met stomheid geslagen toen we het resultaat zagen. Elk van de 56 slachtoffers genoemd, voor elk gezin, en dat zijn er in totaal 17 een
monument met tekst en beeldmateriaal.

Ik voel me erg betrokken bij dit project. Niet omdat het speciaal om Joodse, maar omdat het over gewone mensen gaat. Mensen met het recht op leven, omdat ze nou eenmaal geboren zijn. Mensen die hun gewone leventje leiden met hun wensen en hoop voor de toekomst. Met hun hebbelijkheden
en eigenaardigheden, hun liefdes en verlangens.
Mensen die er mochten zijn. Gewone mensen totdat ze werden gebrandmerkt als ongewone, ongewenste mensen.

Het begint met het benoemen van een groep als ‘anders’. Het gaat verder met het wegzetten van zo’n groep en hen isoleren, afnemen van hun rechten, hun naam, hun identiteit. En dan kan het gebeuren dat een groep gewone, onschuldige mensen als plaag wordt gezien, en dat machthebbers
zich tot doel stellen hen te elimineren, op transport te stellen. Dat kon zomaar gebeuren, dat kan zomaar gebeuren.


Toen ze de communisten kwamen halen heb ik niets gezegd ik was geen communist Toen ze de vakbondsleden kwamen halen heb ik niets gezegd ik was geen vakbondslidToen ze de joden kwamen halen heb ik niets gezegd ik was geen joodToen ze de katholieken kwamen halen heb ik niets gezegd ik was geen katholiekToen kwamen ze mij halen en er was niemand meer om iets te zeggen.  (gedicht Martin Niemöller)
Een Struikelsteen geeft de onschuldige slachtoffers hun naam terug, en hiermee een plaatsje in de geschiedenis.

Toen op 23 juli de 56 struikelstenen werden geplaatst sprak een van de nabestaanden Elsje de Leeuw de aanwezigen toe. Zij eindigde haar toespraak met deze woorden:
‘Heeft u enig idee hoe zwaar dit is en hoe wij, de 2-3 de generatie leven? Ik wens het niemand toe om altijd met een rugzak vol stenen, de oorlogsherinneringen van onze ouders, rond te lopen. Er lag altijd een schaduw over ons leven, de schaduw van het verlies.Maar vandaag, op deze dag, voel ik voor de tweede en derde generatie dat er wat stenen uit de zak verdwenen zijn en dat de zak een beetje lichter is. Dat komt door de Stolpersteine, de Struikel Stenen, die nu op de stoep van de Dr. Hermanslaan, de Goudmijnstraat en op de Spoorlaan komen te liggen en blijven liggen, opdat al deze dierbare mensen, die niemand ooit kwaad hebben gedaan, nooit vergeten zullen worden.’

Ik kan het niet beter zeggen.

Ik hoop dat u deze tentoonstelling met een goed gevoel tot u laat komen. De herinnering aan wie waren wordt verbonden met wie nu zijn.


Op zaterdag 19 mei 2012  is er een extra rondleiding georganiseerd langs de geplaatste struikelstenen onder begeleiding van Conny Leijten en stadsgids Jan Ulijn. Opgeven via de bibliotheek Oss of e-mail struikelstenenoss@gmail.com



 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten